“We moeten hen zelf een stem geven in het spelbeleid. Daarbij moeten we zeker ook oog hebben voor de noden van meisjes zodat elk kind zich goed voelt om veilig te spelen in de stad.”

Minder huiswerk, meer buiten spelen. Groen bundelt naar aanleiding van Buitenspeeldag een reeks voorstellen uit hun verkiezingsprogramma die naar eigen zeggen "zorgen dat elke dag Buitenspeeldag is." Terwijl het vroeger dagelijkse kost was om na schooltijd op straat of in de tuin te spelen, heeft die buitentijd de laatste jaren steeds meer moeten wijken voor schermtijd. Het laatste buitenspeelonderzoek van Kind en Samenleving uit 2019 concludeerde al dat kinderen tot een derde minder ravotten op straat, op pleinen of in parken. Voor meisjes en in steden is de situatie nog dramatischer. De coronapandemie heeft die maatschappelijke tendens vermoedelijk nog versterkt. Nochtans is het zo belangrijk, benadrukt ook Brussels Minister Elke Van den Brandt: "Buiten spelen is gezond en leuk: het leert kinderen risico's inschatten, omgaan met anderen, en het maakt hen fysiek gezonder en mentaal weerbaarder."

Het verkiezingsprogramma van Groen staat bol van initiatieven om buitenspelen te stimuleren. Zo wil de partij dat ieder kind op 300 meter afstand een bos, park of groene speelplek heeft om in te spelen. De partij pleit voor een minimum percentage van aaneengesloten groene speelruimte voor kinderen en jongeren te voorzien per m2 bebouwde oppervlakte. Van den Brandt: "We moeten ervoor zorgen dat het voor iedereen mogelijk is om op een fijne manier buiten te spelen, en dat leuke en inspirerende speelruimte geen luxe is voor de happy few. In welke wijk je ook woont, als kind moet je kunnen spelen."

De groenen willen daarom dat elke gemeente een buitenspeelplan heeft en bij de inrichting van openbare ruimte rekening houdt met kinderen die er kunnen spelen. De partij wil zogeheten 'zachte ruimtes' creëren met een aaneengesloten netwerk van wegen voor zachte weggebruikers, regelluwe speelzones en conflictvrije kruispunten. Naji: "Zo creëer je een omgeving die kinderen stimuleert om veilig en gerust naar buiten te komen. Vroeger speelden we allemaal buiten op straat, zorg dat dit opnieuw kan."

Speelplekken moeten ook groene plekken zijn, waar je autovrij en veilig kan spelen. Dankzij projecten als “Brussel op vakantie” of Bruss-It, tijdens de autovrije zondag of de speelstraten ontdekten duidzenden kinderen de afgelopen legislatuur wat spelen in eigen wijk kan betekenen. Door de straat autoluw te maken, werd hun straathoek een speelpleintje of een leuke ontmoetingsplek met de buren. Van den Brandt sluit zich aan bij Naji: “Meer buitenzijn zorgt voor een beter immuunsysteem en beter mentaal welzijn. Kinderen en jongeren ontwikkelen dankzij dit soort projecten hun sociale vaardigheden. Ze voelen zich ook meer betrokken bij hun eigen straat en plein, en willen dat dit er net bij ligt. Zorgen er in Brussel voor dat àlle kinderen en jongeren in het Nederlandstalig onderwijs via Brede School kansen krijgen om in hun eigen buurt hun talenten te ontdekken, te spelen en zich voluit te ontwikkelen. Met de Bruss-it oproepen maken we tientallen bruisende ideeën van Brusselaars waar. Samen blijven we Brussel veranderen!” Van den Brandt wil dan ook dat kinderen vaker betrokken worden bij het ontwerp: “We moeten hen zelf een stem geven in het spelbeleid en bij de inrichting van de openbare ruimte, via een participatief traject. Daarbij moeten we zeker ook oog hebben voor de noden van meisjes zodat elk kind zich goed voelt om veilig te spelen in de stad.”

Buiten spelen op en na school

De groenen kijken ook naar een samenwerking met het onderwijs. De partij wil speelplaatsen op school ontharden en vergroenen en ze openstellen voor de buurt. Naji: "Speelruimtes op school moeten groene plekken worden waar de hele buurt van kan meegenieten. Van maandag tot vrijdag komen mensen uit de buurt samen aan de schoolpoort. Waarom zou dat niet op zaterdag en zondag ook kunnen? Zeker in dichtbevolkte wijken kan het openstellen van een school het verschil maken voor kinderen en jongeren die zelf geen tuin of fijn park in de buurt hebben.” De groenen zetten omslag naar meer spelen op school ook al in gang met de hervorming van de Brede Scholen.

Nog een opvallend voorstel? De partij wil minstens één huiswerkvrije dag per week. Van den Brandt: "Na schooltijd zijn kinderen en jongeren vaak verplicht om achter een scherm te kruipen voor lessen of taken voor school. Scholen kunnen kinderen en jongeren aanmoedigen naar buiten te gaan door regelmatig geen huiswerk te geven. Vakanties moeten ook écht vakantie zijn."

Daarnaast kunnen scholen, maar ook jeugdwerk en media een sleutelrol spelen om kinderen en jongeren uit te dagen af en toe in hun vrije tijd schermen links te laten liggen, meent Naji. "Scholen, maar bijvoorbeeld ook Ketnet en het jeugdwerk, zouden jongeren kunnen uitdagen om af en toe na schooltijd allemaal samen de smartphone links te laten liggen en de vrijgekomen tijd buiten te spenderen. Zo weet je dat je online niets hoeft te missen, want iedereen last een pauze in, en kan je voluit genieten van die uurtjes buiten. Groen wil dat elke dag Buitenspeeldag is", concludeert Naji.