Geen enkele Brusselse gemeente is in orde met parkeerreglementering. Arnaud Verstraete (Groen) pleit voor efficiënter parkeerbeleid

15 December 2020

Geen enkele Brusselse gemeente is in orde met parkeerreglementering. Arnaud Verstraete (Groen) pleit voor efficiënter parkeerbeleid

Geen enkele Brusselse gemeente is volledig in orde met de parkeerreglementering. Dat blijkt uit een vraag die Verstraete vandaag stelde aan Minister Van den Brandt in de mobiliteitscommissie in het Brussels Parlement. Volgens de reglementering zijn gemeenten verplicht een parkeerplan uit te werken, op basis van het gewestelijke parkeerplan. Op dit moment hebben slechts negen van de negentien Brusselse gemeenten zo'n parkeerplan uitgewerkt. Daarnaast moeten ze jaarlijks een evaluatie maken van de voortgang van dat plan. Geen enkele gemeente slaagt daar echter in. Zo wordt er onder meer niet voldaan aan de voorwaarden van bv. de verhouding van 2 fietsparkeerplaatsen t.o.v. 20 autoparkeerplaatsen.

Arnaud Verstraete, fractieleider voor Groen in het Brussels Parlement: 'Eigenlijk is geen enkele gemeente in orde met de parkeerreglementering. Bovendien krijgen fietsers te weinig plaatsen aangeboden, zowel wat overdekte plaatsen betreft als fietsbeugels op straat. Je fiets stallen is vandaag duurder dan je wagen parkeren. Het is tijd om de reglementering aan te passen zodat die efficiënter wordt voor gemeentebesturen en eerlijker voor de fietsende Brusselaars.'

Parkeren ligt gevoelig in het Brussels Gewest. In zowat elke gemeente laaien de discussies hoog op wanneer het parkeerdebat op de agenda van de gemeenteraad staat. Hoewel er gewestelijke bepalingen zijn vastgelegd over bijvoorbeeld het aantal fietsparkeerplaatsen in verhouding tot autoparkeerplaatsen, worden die in veel gevallen niet nageleefd. Er zou bijvoorbeeld minstens elke 150m een fietsboog moeten zijn in elke straat en minstens 2 fietsplaatsen per 20 autoplaatsen. Dat is nu zelden het geval. Verstraete stelt voor om de omschakeling naar off street parking te versnellen, zodat de openbare weg sneller vrijgemaakt kan worden voor andere functies dan parkeren. In Brussel is er naar schatting een aanbod van 740.000 off street parkeerplaatsen (publieke parkings, kantoorgebouwen, woontorens, etc.), terwijl de totale vraag rond de 500.000 parkeerplaatsen schommelt. Verstraete: 'Een groot deel van de oplossing ligt in het bevorderen van off street parking, waarin we over ruim voldoende capaciteit beschikken. Heel wat ruimte op straat wordt nu ingenomen door wagens die 96% van de tijd stilstaan. Als die wagens off street geparkeerd worden, kunnen we kwalitatieve ruimte creëren waar alle Brusselaars meer aan hebben. Denk aan fietspaden, busbanen, fietsboxen, bomen, bankjes, enz.'

De uitwerking van lokale parkeerreglementering in de Brusselse gemeenten verloopt volgens een logge procedure waarbij veel tijd verloren gaat. Op basis van het Gewestelijk mobiliteitsplan, maken lokale besturen een gemeentelijk beleidsplan, iets wat vaak al een tweetal jaar in beslag kan nemen. Vervolgens moeten de gemeenten een lokaal parkeerbeleid uitwerken, dat inpast in het gemeentelijke mobiliteitsplan en in het gewestelijke parkeerplan. Die manier van werken vraagt zo veel tijd, dat in de praktijk veel gemeenten zelfs niet tot de uitwerking van een lokaal parkeerbeleidsplan komen. 'De huidige regels zorgen niet voor het geharmoniseerde en ambitieuze parkeerbeleid dat Brussel nodig heeft. Het moet eenvoudiger, sneller en de opvolging moet strikter,' aldus Verstraete.