Ketjesplan: Groen wil een Stad op Kindermaat
01 Juni 2024
"Iedereen wint bij een stad op kindermaat."
Brussel heeft de jongste bevolking van ons land. Tegelijk zijn de ongelijkheden in het Brusselse Gewest zeer groot, met één op de vijf kinderen en jongeren die opgroeien in materiële armoede. Groen lanceert een plan met doeltreffende voorstellen om elk Brussels kind een gelukkige, eerlijke, gezonde en veilige jeugd te geven. Groen-covoorzitster Nadia Naji en Elke Van den Brandt, lijsttrekker voor het Brussels Parlement en huidige voorzitter van het VGC-College, bundelen hun voorstellen over kinderarmoede, onderwijs, kinderopvang, buitenspeelruimte en veilige straten. Met deze 5 voorstellen van het Ketjesplan willen ze de komende jaren Brussel blijven veranderen. “Iedereen wint bij een stad op kindermaat,” stellen Naji en Van den Brandt. Om hun voorstellen kracht bij te zetten, bouwden ze samen met een aantal kinderen een symbolische kinderrechtenkolom in het Thurn & Taxis-park in Brussel.
5 voorstellen voor een stad op kindermaat:
- Terugdringen kinderarmoede: kinderbijslag en betaalbare huurwoningen
- Betaalbare, toegankelijke kinderopvang
- Onderwijs op maat van Brussel
- 400 nieuwe schoolstraten
- Speelwater en parken op 300 meter van elke woning
1. Investeren in kinderen met eerlijke kinderbijslag en goede woningen
“Je kansen mogen niet afhangen van de portemonnee van je ouders”, zegt Nadia Naji. “Het Brusselse systeem van kinderbijslag is gelukkig al eerlijker dan het Vlaamse, en dat is maar goed ook: zes op de tien Brusselse kinderen heeft recht op een sociale toeslag. Dat zijn kwetsbare gezinnen die zonder extra steun moeten kiezen tussen avondeten en een doktersbezoek. Als je amper rondkomt, telt elke euro.” De Groen-voorzitster stelt daarom voor om zeer gericht de sociale toeslagen te verhogen.
Voor de basisbedragen wil Groen een onderscheid op basis van inkomen. Voor éénoudergezinnen moet er extra aandacht zijn: we weten dat het risico materiële armoede vier keer hoger ligt bij kinderen die opgroeien bij een alleenstaande moeder. Groen ziet de kinderbijslag als een belangrijke hefboom om kinderarmoede te bestrijden.
“Elk kind moet kunnen opgroeien in een goede woning,” vult Elke Van den Brandt aan. “Een plek om te slapen, om te spelen, om huiswerk te maken. Die ruimte hebben kinderen nodig om zich gezond te kunnen ontwikkelen. Voor veel gezinnen is het op dit moment gewoon te duur om een woning te huren die voldoende ruimte biedt voor het hele gezin.”
"Elk kind moet kunnen opgroeien in een goede woning."
De Brusselse huurprijzen zijn hoger dan in de andere gewesten. Groen wil onredelijke huurprijzen onmogelijk maken door de huur te omkaderen. Het instrument daarvoor bestaat al: de partij stelt voor om de bestaande richtprijzen bindend te maken.
Daarnaast moeten er meer sociale woningen bij komen. Op dit moment bestaat slechts 6 à 7 procent van de woningmarkt in Brussel uit sociale woningen, tegenover 29 procent in Nederland. “De bestaande sociale woningen willen we massaal renoveren,” besluit Elke Van den Brandt. “Dat drukt de energiefactuur, dat is goed voor het klimaat en dat is ontzettend belangrijk voor de luchtkwaliteit binnenshuis. Geen kind zou nog ziek mogen worden door de lucht bij hen thuis.”
2. Betaalbare, toegankelijke kinderopvang
“De crèchecrisis raakt heel veel Brusselaars,” zegt Elke Van den Brandt. "De werkdruk ligt ontzettend hoog en veel gezinnen vinden niet eens een plaats voor hun kindje. Eén kindbegeleider voor negen kindjes, dat hou je gewoon niet vol. Groen wil de werkomstandigheden drastisch verbeteren, waardoor meer mensen ervoor kiezen in de kinderopvang te komen werken. In gezonde omstandigheden is dit de mooiste job ter wereld: onze allerjongsten begeleiden bij hun eerste stapjes in de samenleving.”
Om de crèchecrisis aan te pakken, wil Groen in Brussel meer plaatsen in de kinderopvang met inkomenstarief en de opvang zo betaalbaar en toegankelijk maken. Daarnaast moet ook de kwaliteit van de opvang verbeteren. Vandaag vangt een kindbegeleider vaak 9 kindjes op – dat is te veel. De plannen van de Vlaamse Regering zijn too little, too late. Groen wil snel evolueren naar 5 kinderen per begeleider voor alle kinderen, zodat elk kind in de opvang de aandacht krijgt die het nodig heeft en de job voor de kinderbegeleiders eindelijk echt werkbaar wordt.
"Eén kindbegeleider voor negen kindjes, dat hou je gewoon niet vol."
De Vlaamse Regering besliste ook om baby’s en peuters van twee voltijds werkende ouders voorrang te geven. In de praktijk leidt dit tot drama’s, zeker in Brussel. Door het gebrek aan plaatsen betekent die voorrangsregel namelijk dat de ouders die er de meeste nood aan hebben, geen toegang meer hebben tot opvang. Het zijn vooral moeders die hiervoor het gelag betalen: minder kansen op werk, je opleiding moeten stoppen ... Groen wil deze foute beslissing onmiddellijk afschaffen.
In Brussel doen de kinderdagverblijven en de Vlaamse Gemeenschapscommissie intussen alles wat ze kunnen voor goede crèches op maat van de Brusselse gezinnen. VGC-collegevoorzitter Elke Van den Brandt lanceerde deze legislatuur projecten waarbij Brusselse kandidaat-kinderbegeleiders meteen aan de slag kunnen in de kinderopvang en tegelijk een opleiding tot kinderbegeleider volgen. De teams krijgen ook coaching en er worden taalopleidingen voorzien. Het is het succesvolle model van kinderdagverblijf Elmer, op grotere schaal. We zien de resultaten van deze aanpak: heel wat mensen, voornamelijk vrouwen zonder diploma, krijgen zo een opleiding, een job en een toekomst. En de ketjes voelen het meteen wanneer er meer tijd is voor spelen, leren en groeien.
3. Onderwijs op maat van Brussel
“Voor onderwijs kan je niet zomaar een copy-paste doen van de Vlaamse recepten,” stelt Nadia Naji vast. “Het leerkrachtentekort in Brussel moet weggewerkt worden. We moeten ook vertrekken vanuit onze sterktes en kiezen voor onderwijs op maat van Brussel en de noden van de Brusselaar.”
Elk kind verdient een leerkracht voor de klas. Groen wil het beroep van leerkracht herwaarderen, onder meer door leerkrachten de ruimte te geven om te groeien en door te investeren in professionalisering. Leerkrachten moeten doen waar ze goed in zijn: lesgeven. We verminderen de planlast en de administratieve rompslomp en gaan uit van vertrouwen in plaats van controle. Groen wil een startersstatuut voor beginnende leerkrachten, met werkzekerheid, minder lesuren en meer begeleiding. Met een Brusselpremie trekken we nieuwe leerkrachten aan naar de grootstad.
Naji wil ook meer Brusselaars warm maken voor het beroep van leerkracht. Intussen groeien tienduizenden Brusselaars op in het Nederlandstalige onderwijs, met het Nederlands als tweede, derde of vierde taal. Zij kennen de realiteit van de hoofdstad het best en zijn ook echte rolmodellen voor Brussels kinderen. Het taalbeleid in het Nederlandstalige onderwijs moet volgens Naji meer op wetenschappelijke inzichten worden gebaseerd, met meer aandacht en een slimmere omgang met meertaligheid. Onderzoek toont aan dat leerlingen zich beter voelen op school en makkelijker Nederlands leren als ook positief wordt ingespeeld op hun thuistaal.
Voor Elke Van den Brandt is een goede leeromgeving cruciaal. En dat betekent ook dat elke Brusselse school gezonde en betaalbare maaltijden aanbiedt. Die moeten zoveel mogelijk biologisch en lokaal geproduceerd zijn. “Op een lege maag, of met ongezonde voeding in je brooddoos, kan je niet leren,” weet Van den Brandt. “Dat gezonde voeding van jongs af aan op school aangeboden wordt, is goed voor elk kind. En voor de leerlingen die het het meeste nodig hebben, willen we gratis maaltijden.”
Naji er vast van overtuigd dat de buurt nog meer kan worden betrokken bij de school en de leefwereld van de kinderen. Ze is trots op de hervorming van het Brede Schoolsysteem van VGC-collegevoorzitter Van den Brandt. Daardoor wordt nu elke Nederlandstalige school in Brussel een Brede School, die ingebed is in de buurt en de brug slaat tussen leren en leven, binnen en buiten de school(m)uren. Groen wil in de komende jaren een groter aanbod van laagdrempelige en gevarieerde activiteiten voor jongeren, in het bijzonder voor zij die opgroeien in kansarmoede.
4. 400 nieuwe schoolstraten
“Ik wil dat elk kind vanaf 10 jaar zelfstandig naar school kan fietsen of wandelen en dat ouders hun kinderen met een gerust hart kunnen laten vertrekken,” pleit Van den Brandt. Als Minister van Mobiliteit werkte ze de voorbije jaren aan betere luchtkwaliteit en meer verkeersveiligheid. Ze legde daarbij het “Vision Zero”-principe vast: op naar 0 verkeersdoden en -zwaargewonden tegen 2030. Het aantal verkeersongevallen daalde tijdens deze legislatuur naar het laagste aantal ooit, maar een verdere daling vraagt extra maatregelen. Eén van de opvallendste Groen-voorstellen voor de komende jaren is de aanleg van 400 nieuwe schoolstraten tegen 2030. Schoolstraten met weinig of geen autoverkeer vormen het hart van veilige, gezonde schoolbuurten.
5. Speelwater en parken op 300 meter van elke woning
Buitenspelen maakt kinderen sterker, socialer en gezonder. “Kinderen die in een groene omgeving wonen, moeten minder vaak naar de huisarts. Tegelijk hebben de meeste gezinnen in Brussel geen eigen tuin. Daarom zorgen we ervoor dat iedereen een park heeft op 300 meter van zijn woning, als verlengde van de leef- en speelruimte van elk kind. Ook speelwater in elke buurt is een must. Onze stad zal door klimaatverandering meer en meer te maken krijgen met hittegolven, dus is elke investering in groen en water van levensbelang – en pure winst voor het welzijn van onze ketjes,” stelt Van den Brandt.
"Kinderen hebben recht op speel-, leer- en ademruimte om in alle vrijheid op te groeien."
Zij wil daarom nog meer speelplaatsen vergroenen en buiten de schooluren openstellen voor de buurtbewoners, extra parken en parkjes aanleggen en speelwater voorzien in elke buurt. Deze legislatuur werden onder impuls van Van den Brandt alleen al op en langs gewestwegen 25.553 extra bomen en planten aangeplant. Ze is dan ook volop voorstander van een herinrichting van de openbare ruimte die groener is, waar de lucht om te ademen gezonder is en waar kinderen een hoofdrol kunnen spelen. Ze wil de stad inrichten als één grote leefruimte, “niet als een gang of een garage,” bevestigt Van den Brandt. “Kinderen hebben recht op speel-, leer- en ademruimte om in alle vrijheid op te groeien.”