Van den Brandt wil heldere kosten-batenanalyse over Metro 3: "Rapport Rekenhof is verplichte kost voor onderhandelaars"
14 Oktober 2025
"Wat de keuze ook wordt, een nieuwe kosten-batenanalyse die niet alleen financiële, maar ook maatschappelijke en ecologische impact meeneemt is nodig."
Brusselse minister van Mobiliteit Van den Brandt heeft vandaag in de commissie Mobiliteit van het Brussels Parlement gereageerd op het rapport van het Rekenhof over het Metro 3. Het metro 3-project stopzetten kost 220 miljoen euro.Een volledige uitvoering, kantot 8 miljard kosten,. Het scenario van een publiek. private samenwerking komt als duurste uit de analyse. Van den Brandt sluit zich aan bij de belangrijkste aanbeveling van het Rekenhof om een kostenbaten-analyse uit te voeren.
De minister noemde het rapport "uiterst waardevol" en benadrukte dat de aanbevelingen kansen bieden om processen te verbeteren en een evaluatie te maken van de belangrijkste beslissingen.
"Ik zal erop toezien dat de aanbevelingen worden omgezet in concrete acties bij onze administraties en overheidsbedrijven, en dat er een nieuwe kosten-batenanalyse komt. Daarbij moeten we allemaal rekening houden met de budgettaire realiteit waarin Brussel zich bevindt," zegt Van den Brandt.
Financierbaarheid
Het rapport bevestigt dat de oorspronkelijke kostinschattingen onrealistisch waren. De federale bijdrage via Beliris (500 miljoen euro) vertegenwoordigt intussen slechts een fractie van de totale kost. Zonder bijkomende middelen of nieuwe inkomstenbronnen kan het Gewest het project niet alleen dragen. Alternatieve financieringsmodellen, zoals PPS (publiek-private samenwerking), zouden de kost fors verhogen.
Overhaaste beslissingen in beginfase
Het Rekenhofrapport bestrijkt bijna 20 jaar beslissingen over onder andere tracé, technieken en governance, genomen door verschillende actoren en regeringen. Ze wijst op de terechte kritiek van het Rekenhof over een vooringenomen en overhaast planningsproces in de beginfase.
Planning en governance
De complexe organisatie van het project met verschillende partners waaronder Beliris en MIVB, zorgde voor coördinatieproblemen. Volgens de minister toont dit aan dat toekomstige grootschalige infrastructuurprojecten nood hebben aan eenvoudigere besluitvormingsstructuren. "De keuze voor gedeelde governance heeft risico’s gecreëerd. In de toekomst moet de coördinatie beter We moeten die lessen trekken om fouten niet te herhalen," onderstreept Van den Brandt.
Verbeterde procedures bij overheidsopdrachten
Het Rekenhof bekritiseert verschillende aanbestedingen tussen 2010 en 2019. Na bijkomende toelichting van de MIVB geeft de minister een aantal elementen: veel van de praktijken waren destijds wettelijk toegelaten. Toch moet de lat hoog: "Ik hecht veel belang aan een strikte en transparante besteding van publieke middelen. Verbeteringen in procedures en documentatie zijn essentieel."
Scenario’s voor de toekomst
De MIVB heeft verschillende scenario’s uitgewerkt: van volledige realisatie tot pauze of volledige stopzetting.
- Volledige realisatie (met PPS): kost bijna €8 miljard.
- Volledige stopzetting: kost nog steeds €220 miljoen.
- Gefaseerde voortzetting / ombouw naar tram: kost circa €650 miljoen.
In afwachting van een politieke beslissing is voorzichtigheid geboden. Van den Brandt: "Wat de keuze ook wordt, een nieuwe kosten-batenanalyse die niet alleen financiële, maar ook maatschappelijke en ecologische impact meeneemt is nodig. Dit rapport is verplichte kost voor de onderhandelaars."