"Ik zou zeggen, ego's aan de kant, mee-kijken met elkaars bezorgdheden en steeds dat ene gemeenschappelijke doel voor ogen houden: een leefbare stad, gezond, eerlijk en veilig voor ie-der-een."
Traditiegetrouw gaf de voorzitster van de VGC-raad, Lotte Stoops (Groen) een speech om de Vlaamse feestdag te vieren. Ze gebruikte daarbij geen harde woorden zoals andere politici in aanloop daar de feestdag wel gedaan hadden, maar net de taal van de verbinding. Enkel zo kunnen we er geraken, luidde haar boodschap. Lees hieronder mee.
Dag lieve Brusselaars,
Dag lieve Vlaamse Brusselaars,
Dag lieve Nederlandstalige Brusselaars,
Dag lieve Nederlandssprekende Brusselaars,
Dag fans van het Nederlands,
Dag Brusselaars, met alles wat jullie en wij met elkaar delen:
De Stad. Alle ongelofelijke mooie dingen die hier gebeuren maar die ik tot hiertoe weinig hoorde bij de vele uitlaten op onze Vlaamse feestdag hier in Brussel. Maar zeker en vast ook de liefde voor ons bindmiddel par exellence, excuse my French: onze Nederlandse taal.
Nederlands is in ons Brussel een taal die steeds meer mensen spreken.
Maar het Nederlands is voor vele onder ons nog te vaak de taal van het hoofd.
Je stuurt je kind naar school want ons Nederlandstalig onderwijs is sterk. Je leert Nederlands of vecht om taallessen gratis te houden omdat het je kansen op een job verhoogt.
Op deze 11 juli richt ik mij tot jullie hart. Ik wil meer, je veux l'amour! Laat ons van het Nederlands in Brussel ook een taal van het hart maken.
Enkele jaren nadat ik Brussel was komen wonen, vroeg mijn vader: Praat jij eigenlijk nog wel Nederlands in Brussel, want jouw Frans is opmerkelijk beter geworden in vergelijking met je middelbare school resultaten?
En ik zei ja, zelfs met mensen die een andere taal spreken, ik praat traag, eenvoudig en duidelijk zoals ik van mijn moeder leerde, die Nederlands geeft aan nieuwkomers.
Ik had hem alleen nog niet verteld dat er een Franstalig lief in het spel was.
Dat ondertussen ex-lief heeft er zelfs voor gezorgd dat ik bij boosheid nog steeds vloek in het Frans.
Talen kruipen in je lijf. Laat ons ervoor zorgen dat het Nederlands hier in Brussel een taal wordt waarin kinderen samen met elkaar op straat spelen
een taal waarin Brusselaars gezellig met elkaar keuvelen bij een toevallige ontmoeting,
een taal waarin geliefden, wiens vaak internationale wegen en ook talen zich in Brussel kruisten, mekaar iets liefs in het oor fluisteren.
Een taal van vreugde, van liefde, van kwetsbaarheid. Een taal van "poëzie".
En jullie hoeven niet bang te zijn. Ik vraag vandaag geen dichter op het podium.
Maar bij het zoeken naar woorden om de dramatische politieke situatie in ons gewest vandaag aan te kaarten kwam ik toch weer uit bij poëzie.
Dankzij de mooie programmatie van onze VGC collega's om 11 juli te vieren bij ons in het huis van de RVG, ontdekte ik het werk van fotograaf Vincen Beekman en bleef ik hangen bij een gedicht van Mel Asselmans. Een gedicht dat ontstond in een schrijfatelier in het Gemeenschapscentrum de Rinck rond het thema "Laat onze lichamen spreken".
Zij tonen de kwetsbaarheid van de mensen, waar wij als verkozenen, voor hebben beloofd te zorgen.
Wel Mel, De taal van jouw lijf, kroop in de mijne.
Je zette mij aan het denken door jouw woorden over verlies en hoe je kan omgaan met de chaos die ontstaat als wat je liefhebt er niet meer is.
De tijd kan steden verslinden en niet alle tronen blijven staan. Ons gewest en onze gemeenschap zitten in een situatie waarin de oude recepten niet meer werken.
We moeten de moed tonen om het anders aan te pakken.
Laat onze lichamen spreken. Laat onze kwetsbaarheid en niet onze klauwen spreken. Laat ons hart en niet onze spierballen spreken.
"Overmatig relativeren
is een symptoom van een maatschappij
die het voelen verleerd is.
Zeg mij niet dat ik moet wegkijken van de leegte,
verzoek mij in plaats daarvan alles te zien.
Ik ben nu eenmaal een tegenstrijdigheid,
een zelfgebouwde stad, conflictueus in mijn hoedanigheid."
Jouw geschrijf over je lijf, jouw lichaam is vandaag ook Brussel.
Ons Brussel met de vele perspectieven,
Waar de één een verlaten bouwterrein ziet, ziet de ander de diverse wereld van muizen, mieren en madelieven.
We mogen niet "weg-kijken", integendeel: om alles te zien moeten we wat meer "mee-kijken". Dus ik ga niet helemaal akkoord wat ik deze ochtend in het stadhuis van een collega hoorde. We moeten niet kiezen tussen “Fremdbestimmung” of “Selbstbestimmung”,
we moeten samen bestimmen en dan pas raak je op bestemming. Dan pas kom je tot oplossingen die er heel anders uitzien dan ieder voor zichzelf had bedacht.
En beste allemaal, ook daar helpt kunst, het helpt ons verwoorden, verbinden en verbeelden, zeker wanneer invalshoeken, verbeelding en woorden tekort schieten.
Ook daarom is kunst essentieel.
Besparen op cultuur, is besparen op oplossingen.
En beste mensen, het gaat niet enkel over het vormen van een regering, besef goed dat de klimaatcrisis geen verbeeldingscrisis kan verdragen.
Wij Nederlandstaligen, wij kunnen veel. We zien ook veel oplossingen. Maar we kunnen nog meer als we onze stad, onze taal en onze liefde ervoor, onze doorzettingskracht nóg meer delen met de rest van Brussel. Want ik verzet mij in 'alle talen' tegen het conservatisme dat verandering wil tegenhouden, en, erger nog, onze stad blokkeert.
Ik zou zeggen, ego's aan de kant, mee-kijken met elkaars bezorgdheden en steeds dat ene gemeenschappelijke doel voor ogen houden:
een leefbare stad, gezond, eerlijk en veilig voor ie-der-een.
Maak de keuzes over onze gezamenlijke toekomst niet alleen met het hoofd en zeker niet enkel met klauwen maar ook met het hart.
En wat mij betreft mag dat een ongetemd feministisch hart zijn. We laten ons niet temmen maar samen worden wij nog veel sterker.