Groen wil Brusselse stadsdichters

01 Februari 2023

Groen wil Brusselse stadsdichters

"Kunstenaars houden de vinger aan de pols."

Om de Poëzieweek af te sluiten vraagt Groen-parlementslid Lotte Stoops de opstart van stadsdichters in Brussel: "Een stadsdichter brengt de stad, de burgers en de poëzie dichter bij elkaar."

Dat Brussel nog geen stadsdichters heeft, mag verbazen. "Kunst en cultuur is wat Brussel doet bruisen", zegt Stoops. Volgens Stoops zijn kunst en poëzie essentieel om ons een beeld van de maatschappij voor te spiegelen zodat we onszelf beter leren begrijpen. Dat stadsdichters de vrijheid hebben om zowel lof als kritiek te uiten, vindt Stoops net een boeiend spanningsveld: "Kunstenaars houden de vinger aan de pols." Stadsdichters zijn een belangrijk, drempelverlagend initiatief om mensen te laten kennismaken met poëzie. "Niet iedereen leest gedichtenbundels, maar door poëzie een plaats te geven in de publieke ruimte maken we het toegankelijk voor iedereen", zegt Stoops. "Een stadsdichter brengt de stad, de burgers en de poëzie dichter bij elkaar."

In de grote diversiteit aan talen en culturen in Brussel ziet Stoops geen obstakel, integendeel. Het is de opdracht van de stadsdichters om de meertaligheid te omarmen en de eigenheid van Brussel in de verf te zetten, vindt Stoops. Vorige week stelde minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) voor om te snoeien in het Groeipakket bij ouders die een andere thuistaal dan het Nederlands spreken met hun kind. "Door ouders te straffen zullen kinderen niet beter Nederlands leren", hekelt Stoops. "Investeren in onderwijs en het lerarentekort aanpakken zijn vanzelfsprekend, maar ook door te investeren in kunst en cultuur kunnen we de taalvaardigheid van jonge kinderen stimuleren." Stoops ziet ook daarin een rol weggelegd voor de stadsdichters: "Poëzie kan stimuleren om taal te ontdekken. Het biedt een uitgelezen kans om speels aan taalbeschouwing te werken en samen met kinderen en anderstaligen op ontdekking te gaan." Stoops pleit dan ook voor een divers stadsdichtercollectief, dat zich kan bewegen in meertaligheid en over de grenzen van de gemeenschappen en de Brusselse gemeentes.

Het is geen toeval dat Stoops het voorstel naar voor schuift nadat de voormalige Antwerpse stadsdichters aankondigen de draad opnieuw op te pikken door middel van steun van Antwerpse culturele en middenveldorganisaties. Stoops deelt de bezorgdheid van Groen Antwerpen over de censuur van kunstenaars: "De Antwerpse stadsdichters werden monddood gemaakt omdat het stadsbestuur meer controle wou op hun werk." Daarom is het belangrijk dat de stadsdichters een duidelijke overeenkomst sluiten, met het gewest om de artistieke vrijheid te garanderen. Stoops vraagt minister-president Vervoort om er werk van te maken en de cultuursector vanaf dag één mee in bad te nemen. "Brussel kan zich onderscheiden," besluit Stoops. "Het blijft een kerntaak van een overheid om te investeren in cultuur. Ik beschouw de overheid als een partner van de kunsten, die Brussel steeds opnieuw op het wereldtoneel zetten."